Opa Hans Mayen (65) is installatietechnicus. Hij woont met zijn vrouw in het centrum van Tilburg. Over twee jaar gaat hij met pensioen. Kleinzoon Mats Melis (17) leert voor ambulancier. Hij loopt stage en heeft bijbaantjes in de logistiek en bij een pizzeria. Zij gaan in gesprek over geldzaken.
Opa en kleinzoon in gesprek over geldzaken
Hoe oud was je toen je je eerste geld verdiende?
Hans: ‘Ik was 8 jaar toen ik ‘heitje-voor-karweitje’ ging doen. De duivenkooi van een buurman schoonmaken bijvoorbeeld. Daar kreeg ik 5 of 10 guldencent voor en daar kocht ik snoep van. Maar ik moest het ook vaak aan mijn moeder geven. We waren arm thuis. Mijn vader was al jong arbeidsongeschikt en mijn moeder werkte niet.
Mats: ‘Ik was 13. Op vrijdagavond oppassen bij vrienden van mijn vader. € 2,50 per uur kreeg ik daarvoor. Had ik op een avond toch mooi € 12,50 verdiend. Dat mocht ik allemaal zelf houden.’
Is geld belangrijk voor je?
Hans: ‘Ja, zonder geld kun je niets. Ik ben in armoede opgegroeid en heb mezelf altijd voorgenomen dat dat mijn kinderen niet zou overkomen. Dat is gelukt en daar ben ik trots op.’
Mats: ‘Ze zeggen weleens dat geld niet gelukkig maakt. Gelukkig is misschien overdreven, maar handig is het wel. Als je geld hebt, ben je van niemand afhankelijk.’

Als je geen verplichtingen had, waar gaf je dan het liefste je geld aan uit?
Hans: ‘Aan vakanties. Turkije vinden we fantastisch. Tegenwoordig gaan we met het vliegtuig en all inclusive. Vroeger, toen de kinderen klein waren, was dat wel anders. Een vakantie zat er niet altijd in en als we gingen, dan met de tent.’
Mats: ‘Verplichtingen heb ik nog niet, dus ik besteed mijn geld aan de dingen die ik leuk vind. Net als mijn opa ga ik graag op vakantie. Ik ben naar Dubai geweest. Dit jaar ga ik vier keer op reis, maar wel van mijn eigen geld.’

Wat is zonde om geld aan uit te geven?
Hans: ‘Ik vind het raar dat je als Nederlander toeristenbelasting moet betalen in eigen land. En een jaar geleden zijn we flink het schip in gegaan met een stacaravan op een vakantiepark in de buurt. Er werd ons verzekerd dat we er nog jaren konden staan, maar dat bleek toch niet zo te zijn. Dat heeft ons veel geld gekost.’
Mats: ‘Onnodig eten en drinken. Heb ik van thuis boterhammen meegenomen en dan ga ik toch zo’n duur broodje van € 6,50 halen. Achteraf vind ik dat stom van mezelf.’
Waar zou je voor lenen?
Hans: ‘Toen we ons eerste huis kochten, sloten we een persoonlijke lening af. Konden we toch de spullen die we nodig hadden aanschaffen. Maar het kost ook veel rente en je zit er vaak jaren aan vast. Zou ik nu niet meer doen. Ons motto is: Als je er het geld niet voor hebt, kun je het niet kopen.’
Mats: ‘Het enige waar ik voor zou lenen, is een huis. Dat moet haast wel, want ik denk dat dat in de toekomst alleen maar duurder wordt.’
Kom je weleens geld te kort?
Hans: ‘De laatste 15 jaar niet. Toen ik net getrouwd was wel. Als er een extra uitgave was, gebeurde het weleens dat we te kort kwamen. In die tijd kon je bij de bakker en de melkboer nog je boodschappen op laten schrijven. Dan ging je ze later betalen. Een paar weken deden we dan zuinig aan.’
Mats: ‘Ja, maar dat weet ik dan van tevoren. Als ik op vakantie ga bijvoorbeeld. De vakantie zelf betaal ik altijd vooruit. Maar ik wil daar ook wat te besteden hebben. Dan ga ik een tijdje extra veel werken.’

Contant of pinnen?
Hans: ‘Ik ben nog van de oude stempel, dus liever contant. Dan zie ik wat ik heb en wat ik uitgeef. Pinnen doe ik ook nog niet zo lang. Ik ben niet zo digitaal onderlegd.’
Mats: ‘Dat hangt af van de situatie. Voor uitgaves tot 5 euro heb ik altijd contant geld op zak. Alles daarboven pin ik met mijn telefoon.’
Zou je vrije tijd inleveren voor meer geld of andersom?
Hans: ‘Ik werk al 48 jaar, dus ik kies voor vrije tijd. Als mijn inkomen dan iets lager wordt is dat oké, al heb ik dat natuurlijk liever niet.’
Mats: ‘Als ik geld nodig heb, werk ik meer. Dat doe ik liever dan naar de bank gaan.’