Het totale plaatje
‘Het gaat mij om het geheel, niet om die ene ziekte, maar om het hele plaatje’, vertelt Ester. ‘Daarom investeer ik graag in het leren kennen van ouderen. Ik houd van de verhalen die hun leven kleur geven en ik vind het fijn als ze die zelf vertellen. De mensen die bij mij komen, hebben te maken met meerdere problemen. Denk aan geheugenproblemen, problemen met de mobiliteit, hartklachten, beweegklachten. Misschien een ongemakkelijke financiële situatie of moeilijkheden met de familie. Zorgen over een oud hondje of het dilemma verhuizen of niet. Al die vragen, dat is in mijn praktijk één patiënt. Als huisarts wist ik ook niet goed wat ik daarmee moest. Ik behandelde gewoon die ene klacht. Maar om dit soort complexe situaties te begrijpen heb je juist al die klachten nodig en moedig ik mensen aan om echt alles te vertellen waar ze mee zitten. Dat is een heel andere benadering. Uiteindelijk helpt het je om de puzzel te leggen. In mijn huisartspraktijk had ik maar 10, hooguit 20 minuten per patiënt per consult. Nu hebben we tijd en aandacht om daarvoor te gaan zitten.’
Keuzes maken
Ouderen willen graag dat hulpverleners goed naar hen luisteren en meedenken en meebewegen met hun belang. Ester doet dat. Ze neemt de tijd en gaat ook eerlijk het gesprek aan over wat wel en niet mogelijk is: ‘Er zijn dingen die we niet beter kunnen krijgen. We kunnen niet iemand weer de marathon laten rennen. En vaak gaat het over keuzes maken. Met fysiotherapie en oefenen lukt het misschien om die 2 kilometer naar het dorp weer te lopen, maar dat is wel vermoeiend. Investeren in zelf wassen en aankleden is misschien een betere keuze. Allebei gaat niet meer. Dat snappen mensen heel goed. Het zet ze aan het denken over wat ze zelf kunnen doen en wat niet meer. Ik vind dat mensen ook eigen verantwoordelijkheid hebben. Het kan niet zo zijn dat mensen op een bepaalde leeftijd alleen maar kunnen vragen en dat de zorg dan moet leveren.’
Voor en door ouderen
Afleiding helpt. Daarom ontwikkelde Ester een aantal initiatieven waar ouderen echt iets aan hebben. Ontmoetingscentrum Ons Raadhuis is er één van. Een plek waar ouderen bij elkaar kunnen komen, onafhankelijk van de problemen die ze hebben. Ze kunnen er alles doen wat ze willen. Een veel beter antwoord op de meeste hulpvragen dan de zoveelste therapie of nog een extra medicijn, vindt Ester: ‘Er zijn de hele dag activiteiten: lezingen, dansen, knutselen. Ze kunnen er mee-eten en nog veel meer. De ideeën komen van henzelf. Ze kunnen ook zelf een les geven. Waarom niet? Als je altijd yoga-docent bent geweest, waarom zou je dan na je 80e geen yogalessen meer kunnen geven? We moeten af van het idee dat ouderen op een bepaalde leeftijd niet meer mee kunnen doen. Inmiddels wordt meer dan de helft van de lessen verzorgd door de ouderen zelf. Het is een heel succesvol concept. Ik heb het in 2016 opgezet voor 25 ouderen per week, een paar jaar later kwamen er al 387.’
Blijven bewegen
Zo blijven ouderen ook in beweging. ‘Bewegen helpt, dat weten we zeker. Zelfs bij geheugenproblemen’, gaat Ester verder. ‘Maar wat doen we? We zetten moeder in een stoel, nemen haar alles uit handen en organiseren dan een beweegclubje. Laat ze zelf dweilen, stofzuigen en boodschappen doen. Als zwemmen goed voor haar is, doe dat in plaats van naar de fysiotherapeut gaan. Dan houd je zorgcapaciteit over voor de mensen die echt zwaar ziek zijn.’
Handboek voor senioren
Al dit soort onderwerpen komt ook aan bod in het boek dat Ester schreef: ‘Vitaal ouder worden is zo gek nog niet’. Het werd een lijvig naslagwerk met heel veel informatie en tips voor 55-plussers. Ester schreef het samen met 170 ouderen en 65 collega-artsen. ‘Ik heb een advertentie gezet met de vraag of mensen me wilden helpen. Zelf dacht ik aan een stuk of 15 onderwerpen. Het werden er veel meer. Het gaat over verschillende gebieden van de gezondheid van ouderen zoals zingeving en bewegen, maar ook over ziektes, klachten en medische zaken. En ook over hoe het menselijk lichaam in elkaar zit. Daar weten mensen nog maar weinig van. Een jaar lang hebben we er met elkaar aan gewerkt en toen lag er opeens een heel dik boek. Ik ben nu met de derde druk bezig’, vertelt Ester daarover.
Enthousiast
Steeds meer artsen door het hele land zijn overtuigd van het nut van Esters aanpak en doen mee. Ook in Brabant zijn er specialisten ouderenzorg die op deze manier werken. De betaaltitel is onlangs toegekend. Dat betekent dat deze vorm van zorg ook vergoed wordt. Maar het zijn vooral de ouderen zelf die enthousiast zijn. ‘Toen ik na een presentatie eens vroeg waarom, antwoordden ze: jij spreekt ons als arts volledig aan op onze vitaliteit. Jij zegt niet dat we zielig zijn, dat we dingen niet meer kunnen en dat we hulp nodig hebben. Je geeft het ons gewoon terug. Daar krijgen we energie van’, besluit Ester.
Daarom zette Ester ontmoetingscentrum Ons Raadhuis op, een plek waar ouderen bij elkaar komen en kunnen doen wat ze willen. Een beter antwoord op de meeste hulpvragen dan de zoveelste therapie of nog een extra medicijn, volgens Ester. Haar methode vindt landelijk navolging. ‘We moeten af van het idee dat ouderen op een bepaalde leeftijd niet meer mee kunnen doen’, zegt ze. De ouderen zelf vinden het fijn om aangesproken te worden op wat ze nog wel kunnen en krijgen energie van Esters benadering. Over de gezondheid van ouderen schreef Ester een boek: ‘Vitaal ouder worden is zo gek nog niet’, met veel informatie en tips.
Over dit boek geeft ze op 28 november een presentatie in theater de Nobelaer in Etten-Leur. Kom ook!